Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De koning David nu [1]was oud, [2]wel bedaagd; en zij dekten hem met klederen, doch [3]hij kreeg gene warmte. 1. Te weten, omtrent zeventig jaren. Want met zijn dertigste jaar begon hij te regeren, en hij regeerde veertig jaren; zeven in Hebron en drie en dertig in Jeruzalem, 2 Sam.5:5, en onder hfdst.2 vs.11. 2. Hebreeuws, in dagen gekomen; dat is, was van goeden ouderdom. Zie Gen.18:11. 3. Hebreeuws, hem werd niet warm.